“Niemand moet me zeggen hoe ik moet ademen!”
Dat antwoordde iemand mij toen ik uitlegde dat we bij de yoga ademhalingsoefeningen doen.
Ze heeft gelijk: niemand moet bepalen hoe jij moet ademen! Jij bent meester over je ademhaling, zo is het toch?
Of niet? Ben je wel meester over je ademhaling? Of is je ademhaling meester over jou?
De ademhaling is een autonome functie van het lichaam. Dit wil zeggen dat het lichaam vanzelf ademt zonder dat je er moet aan denken. Handig toch? Stel je voor dat je er zelf zou moeten aan denken om te ademen!
De impulsen voor het autonoom ademen komen vanuit de hersenen. Een eerste inademingsgebied in de hersenen stuurt impulsen naar de tussenribspieren en naar het middenrif om de inademing te starten. Daarnaast stuurt dit eerste inademingsgebied ook impulsen naar een tweede inademingsgebied. Na een tijd, terwijl je inademt, zijn die impulsen sterk genoeg om ook het tweede gebied te doen handelen: dit remt het eerste dan af waardoor de inademing stilvalt, waarna het uitademingsgebied in de hersenen nu impulsen kan sturen naar de tussenribspieren en het middenrif om uit te ademen. Hierbij worden de hersenen nog geholpen door motorische en chemische sensoren uit de tussenribspieren en longen die aangeven wanneer het tijd is voor een nieuwe in- of uitademing. Dit systeem zorgt voor de automatische in- en uitademing.
Maar er is meer. Het ademhalingsritme en de diepgang worden mee bepaald door andere factoren: onze emoties en onze hormonen, vanuit het limbisch systeem in de hersenen.
Bij stress, het zien van een gevaarlijke tijger!, wordt de orthosympaticus geactiveerd waardoor we sneller gaan ademen zodat we meer zuurstof kunnen opdoen om snel weg te rennen of te vechten.
Eenzelfde mechanisme speelt ook bij hevige emoties, zoals angst of woede.
Komt daar bij dat we in onze huidige maatschappij aan zoveel impulsen onderhevig zijn en het zo druk hebben, dat we bijna voortdurend in stress-modus staan, waardoor het lichaam spontaan in stress-modus gaat ademen.
Vandaar dat heel veel mensen heel snel , gejaagd en oppervlakkig ademen, vooral hoog in de borst.
Daarbij komt nog dat emoties gedachten oproepen (doemscenario’s!), die op hun beurt de emoties versterken. Een vicieuze cirkel, die onder meer kan resulteren in hyperventilatie.
En dus controleert je (autonome) ademhaling jou, waardoor je het gevoel krijgt geleefd te worden.
Het mooie aan de ademhaling is dat het ongeveer de enige autonome lichaamsfunctie is die we ook bewust, dus met onze wil, kunnen sturen.
En dat leren we in de yoga met de ademhalingsoefeningen.
In de yoga maken de ademhalingsoefeningen deel uit van pranayama, letterlijk: opnemen van levenskracht.
Hierbij leren we de ademhaling gebruiken als brug tussen lichaam en geest. Door verschillende technieken leren we met bewuste aandacht de ademhaling te sturen.
Als resultaat worden we kalmer en alerter. We krijgen controle over onze gedachten en emoties. Zo leren we bewust omgaan met emoties, met negatieve gedachten en met pijn, die we zo verzachten.
Zo wordt jij meester van je ademhaling. En moet er niemand zeggen hoe jij moet ademen.