Niet willen kunnen maar laten komen.
Ik zie het regelmatig gebeuren omdat we met z’n allen zo geconditioneerd zijn:
In een yogles zie je dat je de persoon naast of voor jou zoveel soepeler is dan jijzelf en spontaan probeer je zelf ook wat verder te geraken.
Je bent met yoga begonnen omdat je schouders vastzitten en les na les ga je na of je al vooruitgang hebt geboekt.
Na een meditatie ben je niet tevreden omdat je niet in de juiste toestand geraakte.
Gevolg is pijn, frustratie en ongeduld. Dit is geen yoga. Wat dan wel?
Yoga is niet willen kunnen maar laten komen.
Zolang we iets willen bereiken of een te bereiken doel vooropstellen, zijn we gespannen en zitten we vast aan de beperkingen waar we vanaf willen geraken. We zitten gevangen in verlangen (râgya, één van de kleshas die ons doen lijden), heel dikwijls onbewust (avidya, de grootste klesha).
Echter, op het moment dat we iets te willen bereiken kunnen loslaten (vairâgya), komt er ruimte (akasha). Wat betekent: ‘dat wat mogelijk maakt’.
Niet willen kunnen: het loslaten van de betrachting een bepaalde houding te willen bereiken, zal toelaten dat de spieren zich lossen. Zeker gecombineerd
met een rustige, diepe ademhaling zullen de hersenen na een tijdje het signaal geven “dat het ok is” waarop de spieren zich ont-spannen. Daarmee zal je na verloop van tijd ineens merken dat je soepeler bent geworden. Laten komen.
Niet willen kunnen: het loslaten van een te bereiken doel en niet meten hoe ver je er nog vanaf bent, geeft openheid voor wat zich aanbiedt. Wanneer je je openstelt voor wat komt in de yogalessen, zal je niet meer denken aan je doel maar zal je ineens, na verloop van tijd, opmerken dat je doel bereikt is, schijnbaar zonder inspanning, langs een omweg. Dit omdat de vele delen van het lichaam met elkaar verbonden zijn en het lichaam met de geest verbonden is. Laten komen.
Niet willen kunnen: in meditatie geen bepaalde toestand willen bereiken, zorgt voor de open geest. Dan pas kan je de onthechte toeschouwer zijn, die openstaat voor wat zich aandient, zonder er op in te gaan. Dat geeft de ruimte voor wat zich nog in het onbewuste verborgen hield en nog naar boven moest komen. Dat geeft na verloop van tijd nieuwe inzichten. Dit is het pad van meditatie. Laten komen.
Niet willen kunnen, maar laten komen.